Ik doe regelmatig oproepen naar verhalen voor de blog. Omdat ik als psycholoog werk trek ik daarom blijkbaar veel zware verhalen aan. En dat is helemaal ok. Toen ik echter een tijdje geleden door mijn blog bladerde voelde ik de nood aan een positieve geboorte ervaring op mijn website. Na een snelle oproep via Instagram stelde Levi zich kandidaat om haar bevallingsverhaal te delen. Lees verder als ook jij graag meegeniet van haar ervaring.
Levi is mama van een klein, lief zoontje, Jef. Ze koos voor een ziekenhuisbevalling met zo min mogelijk medische ingrepen. Haar bevalling vindt sneller dan verwacht plaats wat het er niet minder spannend op maakt. Levi kan zich er doorslaan en deze ervaring meenemen in een positieve herinnering. Een eerlijk verhaal over hoe ouderschap er ook kan uitzien.
Nog snel gordijnen bestellen
De nestdrang heeft me al een hele zwangerschap in haar macht. Maar de laatste weken wordt het erger. Hoewel alles klaarstaat blijf ik het gevoel hebben dat er nog zoveel gedaan moet worden. Ik ben op dit moment 35 weken en 5 dagen zwanger.
Ik bestel nog gordijnen, want we willen natuurlijk niet dat heel het dorp tegen mijn voorgevel kan kijken wanneer ik borstvoeding geef. Hierna ga ik verder met de grote schoonmaak.
Ondertussen zijn we een dag later. Om 18u belt manlief dat hij onderweg is naar de Ikea. Hij gaat onze bestelling ophalen en onmiddellijk binnenbrengen bij zijn mama. Deze zorgt ervoor dat de gordijnen korter zijn en kunnen opgehangen worden voor mini Maesen ter wereld komt. Weer een puntje dat we kunnen afvinken.
Ik voel dat mijn kuismarathon van gisteren echt zijn tol eist vandaag. Wanneer ik rond 19u de telefoon afleg en mijn wederhelft halthoudt bij zijn ouders besluit ik een lange, warme douche te nemen.
Terwijl ik daar onder die stromende douche sta besef ik dat ik moet leren loslaten. Het zwanger zijn weegt de laatste weken door. In alle eerlijkheid ben ik het met momenten beu. Ik loop al weken te roepen dat, en ik quoteer “die baby eruit moet!” Maar ik heb het niet voor het zeggen nu.
Plots word ik uit mijn gedachten gehaald door een soort *plop* in mijn onderbuik. Alsof de baby mij inwendige een kopstoot geeft. Ik spoel me af en kom onder de douche uit. Terwijl ik mijn benen droog voel ik een druppel lopen en denk nog: “De geneugten van het zwanger zijn… zo glamoureus”. Ik veeg opnieuw over mijn been en voel het weer lopen. “Zou het…?” Ik haal de handdoek weg en jawel, een golf van water loopt nu heel duidelijk tussen mijn benen vandaan.
De watervallen van Coo
Er vormen zich instant vlinders in mijn maag, al moeten die zich wel nog een weg banen tussen de knopen die gelijktijdig ontstaan. Lichtjes overstuur bel ik Willem op. Daar staat hij, met zijn masker in de keuken bij mama en papa. “Schatteke, mijn water is gebroken. We moeten naar het ziekenhuis.” Manlief staart terug alsof ik net vraag of we een reis naar de maan zullen plannen. Ik herhaal dus, dit keer ietsjes dwingender, mijn boodschap.
“Schatteke, mijn water is gebroken. We moeten naar het ziekenhuis.”
Ik leg de telefoon neer en bel naar het ziekenhuis. Ik vertel dat mijn water net brak. De stem aan de andere kant van de lijn vertelt me dat ik gewoon naar het ziekenhuis mag komen. Enkele minuten later staat mijn wederhelft al naast me in de badkamer. Want laten we niet vergeten dat de watervallen van Coo nog steeds tussen mijn benen vandaan lopen. Ik durf dus nog geen stap te verzetten, stel u voor dat de baby er nu uitvalt!
Alsof dit nog niet voldoende drama is.. ja ik voel het al komen, ik moet naar toilet. Maar ik ben in paniek en besluit te wachten tot ik in het ziekenhuis ben. Als de baby daar op toilet komt is er tenminste iemand met kennis van zaken om hem er veilig uit te vissen!
Terwijl ik onze halve handdoekenkast in mijn onderbroek probeer kwijt te geraken zoekt manlief alle spullen bij elkaar. Gelukkig is moeder voorbereid en staat de koffer al eventjes te blinken in de kamer. Mom-points voor mezelf! Na wat koeken en water in mijn handtas te gooien zijn we klaar om te vertrekken. Onderweg breng ik ook mijn ouders op de hoogte.
Op zich ben ik kalm wat de zwangerschapstermijn betreft. Ik ging enkele weken nog op een extra controle en toen bleek alles in orde. Met de gynaecoloog besprak ik toen de risico’s in verband met een vroeggeboorte. Ze kon me geruststellen. Dus ik hou dit in mijn achterhoofd wanneer ik naar het ziekenhuis vertrek.
Bevallen in het ziekenhuis
Aangekomen in het ziekenhuis begeven we ons naar de materniteit. Daar wacht de verloskundige, die ik eerder aan de telefoon had, ons op. Ze brengt ons naar de verloskamer. Ik vertel haar in het kort wat er zich net allemaal afgespeeld heeft. Ze geeft me een verband. Ik vervang mijn stapel handdoeken door het verband en kruip op de verlostafel. Plots komt er een stagiair binnen. Ze komt mijn infuus steken en bloed prikken. Ze lijkt wel nerveuzer dan ikzelf. Op dit moment voel ik me rustig. Wanneer ook de rust in de kamer wederkeert besluiten we mijn schoonzus te bellen. Ze woont in Amerika en mist wel vaker grote gebeurtenissen. Dus ze verdient het om als eerste op de hoogte te worden gebracht. Door het tijdsverschil vinden we bij haar de verdere nacht nog heel wat steun.
Ondanks onze goede voorbereiding luister ik goed want met deze vroege termijn weet je maar nooit.
Dan start de nachtdienst. Oef, een bekend gezicht. De stagiaire die deze nacht werkt blijkt het oude buurmeisje van mijn wederhelft. Ze vertelt ons in grote lijnen hoe een bevalling meestal verloopt. Ondanks onze goede voorbereiding luister ik goed want met deze vroege termijn weet je maar nooit.
Rond middernacht starten ze met weeënopwekkers. Wat een nachtmerrie, denk ik. Ik hoorde namelijk al dat weeën dan veel heftiger doorkomen dan wanneer ze spontaan starten. Daar gaat mijn natuurlijke droombevalling. Voor ze deze opstarten wordt mijn ontsluiting gecontroleerd. Op dit moment is deze ongeveer één centimeter. Dan besluit de vroedvrouw dat een inwendige monitor nodig is omdat het signaal van baby Maesen uitwendig vaak wegvalt. Omdat ik op dit moment net 36 weken ben, stem ik toe. Poging één mislukt.
Wanneer de vroedvrouwen de kamer weer verlaten roep ik mijn wederhelft bij me voor een slokje drinken. Een reactie laat even op zich wachten en wanneer ik me omdraai zie ik mijn man zitten, alleen wel een heel stuk bleker dan normaal. Ik besef op dat moment waarom vrouwen kinderen baren.
Dit moet ik wel aankunnen. Zoveel vrouwen gingen me al voor dus als zij dat kunnen, ik ook!
Stilletjes aan voel ik de weeën opkomen. Of dat denk ik toch. Zijn dit wel weeën? Zijn het geen windjes die vastzitten? Ik voel me momenteel rustig. Dit moet ik wel aankunnen. Zoveel vrouwen gingen me al voor dus als zij dat kunnen, ik ook!
Rond drie uur stopt de eerste dosis. Ondertussen moest ik ook overgeven. Plots, zonder waarschuwing maar wat een opluchting! Wanneer ze opnieuw komen controleren heb ik drie centimeter ontsluiting en is de hals verstreken. Dat gaat vlotter dan verwacht! Ze besluiten de opwekkers te laten voor wat het is en te kijken wat mijn lichaam zelf doet. De inwendige monitor wordt gestoken en ik verhuis met lichte tegenzin van het bed naar de bal. Dit omdat mini Maesen nog lichtjes zou moeten kantelen.
Terwijl mijn weeën wat heviger worden ligt manlief naast me te slapen. Op de achtergrond hoor ik de bende van Friends, al weet ik niet wat er daar gebeurt. Tussen de weeën door concentreer ik me op de woordzoeker die voor me ligt. Al wordt het met de wee moeilijker. Waar blijft die oerkracht waar ieder bevallingsboek over schrijft?
Rond vier uur volgt een nieuwe controle, ondertussen is manlief ook weer wakker. Al zes centimeter! De weeën zijn nu ook heviger. Ze lijken stilletjes aan in elkaar over te vloeien, als golven. Ik keer meer en meer in mezelf en laat het gepraat in de kamer langs me door gaan. Even later voel ik weer iets opkomen, opnieuw moet ik overgeven.
Ons klein gelukske
Rond vijf uur begin ik plots een hevige druk te voelen. Ik ben zeker, de baby wil eruit. Ik duw op de bel maar na een controle blijk ik nog “maar” acht centimeter ontsluiting te hebben. Ik probeer het gevoel te onderdrukken. Maar dit lukt niet. Wat had ik ook gedacht, dat ik met mijn wilskracht sterker zou zijn dan de natuur zelf. Plots voel ik me wanhopig worden. “Ik kan dit niet, hoelang gaat dit nog duren? Wat als het mij niet lukt om de baby eruit te krijgen? Wie wil ik hier bewijzen dat ik zonder verdoving kan bevallen?” In een emotioneel moment laat ik manlief op het belletje drukken. “IK WIL EEN EPIDURALE”, zeg ik overstuur tegen de vroedvrouw en de stagiair. Eerder die avond had ik nochtans gezegd dat ik dit niet wou. Maar dit hou ik niet meer. Natuurlijk weet ik dat acht centimeter ontsluiting en persdrang niet echt de meest ideale omstandigheden zijn voor een verdoving maar ik ben bang. Bang dat ik de pijn niet meer zal kunnen dragen. Bang dat dit nog uren zal duren. Terwijl ik de persdrang probeer te onderdrukken praat de stagiair met me. Ze vertelt me wat ik eigenlijk al weet, natuurlijk. Ze kunnen me nog wel een ruggenprik geven, maar niemand kan beloven dat dit nog iets zal afdoen. Ik weet dit. Ik wil de prik ook niet ècht eigenlijk. Samen met mij ademt de stagiair in en uit. Ik kom weer wat tot rust. Tot de vroedvrouw plots op mijn borst drukt. Ik kan niets zeggen maar zwaai met mijn armen dat ze hiermee moet stoppen. Ik weet dat ze gewoon wil zeggen dat ik daar de ademhaling moet voelen. Maar ik kan niemand aan mijn lijf verdragen, zelfs Willem niet. Hij zit er al heel de nacht bij en kijkt ernaar. Hij legt verkoelende washandjes, hij geeft braakbakjes en houdt de ouders en zijn zus op de hoogte. Ook heeft hij zich ontpopt tot de David Attenborough der bevallingen. Zo krijg ik live verslaggeving wanneer er een nieuwe wee gaat opkomen. Ik moest ze maar eens missen, toch?
Plots hoor ik de vroedvrouw bellen naar de gynaecoloog. Het is zo ver. Alles wordt in gereedheid gebracht. Hier gaan we dan. De vermoeidheid en angst maken plaats voor opwinding. Voor Willem wordt de emotie eventjes te veel en hij zet zich neer. Enkele tellen later staat hij weer paraat om me door de laatste loodjes te gidsen. Na enkele persweeën blijkt de hartslag van mini Maesen wat te dalen. De gynaecoloog spoort me aan om zéker op iedere wee te persen want hij moet nu echt gaan komen. Terwijl vraagt ze aan een aanwezige vroedvrouw om mee te duwen op mijn buik. Hier komt er weer één! Ik pers en pers en pers. Dan stopt de wee. Nog een laatste pers en ik voel plots een brandende pijn. Ik las in mijn bevallingsboeken wel eens over een “ring of fire”. Die boeken waren positief. Ik voel opnieuw een wee opkomen en pers. Ik zet daar mijn eerste echte stappen in het moederschap. Met gevaar voor eigen bekkenbodem duw ik alsof mijn leven ervan afhangt. Enkele tellen later zie ik een hoofdje verschijnen, en niet veel later glijdt er een lijfje uit. We zijn een kwartiertje later. Het meest volmaakte mannetje wordt om precies drie minuten over zes op mijn buik gelegd. Ik vergeet de weeën, de pijn en de staat van mijn bekkenbodem.
De tijd lijkt stil te staan maar ook te vliegen. Eindelijk is hij hier, Jef Miel Maesen, ons klein gelukske.
De wereld stopt vanaf dan met draaien en minuten worden uren. De tijd lijkt stil te staan maar ook te vliegen. Eindelijk is hij hier, Jef Miel Maesen, ons klein gelukske. Jef deed het vanaf de eerste seconde al super. Hij maakt al snel na zijn intrede wat lief en hees gehuil. Hij weegt bij de geboorte 2,840 kg, een mooi gewichtje voor zijn termijn. Hij wordt onmiddellijk op mijn borst gelegd en mag hier anderhalf uur op snoezen.
Rond 7u in de ochtend zit de nachtshift erop. Maar in plaats van te vertrekken, helpt de stagiair Jef nog een eerste keer met de borstvoeding. Hij hapt nog niet aan maar snuffelt heerlijk. Als eerste echte voeding helpt een vroedvrouw me op de kamer mijn colostrum met de hand af te kolven. En eigenlijk ben ik hier blij om. Op dat witte, plastic lepeltje zag het er ècht goud uit.
Iedere stap zoals ik hem heb genomen
Ik ben heel warm begeleid in het ziekenhuis, ook de uren na de bevalling. Ik voelde me goed omringd. De gynaecoloog die mijn bevalling leidde was een godsgeschenk. Een heel lieve, spontane vrouw. Na de bevalling heeft ze zelf de navelstreng laten uitkloppen. Iets wat ik zelf niet in mijn geboorteplan had staan omdat ik niet wist of ze daar het ziekenhuis hier voor zouden hebben.
Enkel het liggend bevallen voelde voor mij wel wat vreemd. Ik heb de hele nacht op de fitnessbal gebotst om Jef te doen indalen en juist te ‘positioneren’. Wanneer hij dan mooi zat moest ik weer op het bed gaan liggen om, naar mijn gevoel, tegen de zwaartekracht in te persen.
Als ik nu terugkijk op die bevalling ervaar ik deze als heel positief. Ik zou echt waar iedere stap opnieuw nemen zoals ik ze genomen heb.